Bekijk de video opname van de lezing hier
Bekijk het onderzoeksrapport hier
In 2018 constateerde AEDES, de landelijke koepel van woningcorporaties, op basis van landelijk onderzoek dat de leefbaarheid in buurten met veel corporatiewoningen sinds enkele jaren daalt. Volgens het onderzoek hangt deze negatieve trend mede samen met de instroom van specifieke groepen kwetsbare burgers (zoals mensen met een laag inkomen of bijstandsuitkering, een psychiatrische achtergrond of (licht) verstandelijke beperking en tenslotte ook recente vluchtelingen) in deze buurten. Aangezien Rotterdam relatief veel corporatiewoningen telt en ook het aandeel kwetsbare burgers hier hoger ligt dan landelijk gemiddeld, vroeg de Rotterdamse gemeenteraad om het onderzoek nogmaals specifiek voor deze stad uit te voeren.
Dit onderzoek van Kees Leidelmeijer en Jeroen Frissen is inmiddels afgerond en gepubliceerd. De Kenniswerkplaats Leefbare Wijken vroeg onderzoeker Jeroen Frissen om het onderzoek en de uitkomsten toe te lichten in een goedbezochte (“online”) lezing. In grote lijnen bevestigt hun onderzoek dat ook in Rotterdam sprake is van een grote en toenemende concentratie van kwetsbare bewoners in wijken met veel corporatiewoningen en dat de bewoners van deze woningen toenemend te maken hebben met overlast en onveiligheid in hun buurt. Volgens de onderzoekers hangen beide ontwikkelingen nadrukkelijk samen. Waar de toename van kwetsbare groepen groot is, is ook de toename van overlast en onveiligheid groot. Ook in Rotterdam leidt dit tot toenemende verschillen in leefbaarheid, (ervaren) overlast en veiligheid in de stad.
Een toename van kwetsbare burgers hoeft echter niet persé negatieve gevolgen voor de buurt te hebben. De gemeente kan dit enerzijds vermijden door concentraties van kwetsbare burgers in buurten tegen te gaan door het al langer bestaande beleid van gedifferentieerd bouwen. Anderzijds kan de gemeente negatieve gevolgen verminderen door goede zorg en maatschappelijke ondersteuning te bieden én door ondermijnende criminaliteit de overlast en onveiligheidsgevoelens in deze buurten tegen te gaan. In de discussie na zijn lezing stelde Jeroen Frissen hierover: “Eén van de basisdingen die we hebben geleerd, is dat juist in wijken met veel kwetsbare bewoners de specialistische zorg veel beter moet. De wijkteams hebben daar de middelen niet voor en zijn er ook niet voor opgeleid. Ten tweede: zorg in ieder geval dat de openbare ruimte verzorgd is. Veel van die wijken zien er gewoon niet uit. Gewoon slecht onderhouden woningen. De basis van het omgaan met een wijk met zeer kwetsbare bewoners, is eigenlijk dat soort basisdingen: goede zorg en goed beheer van de openbare ruimte en dat het onderhoud van je woningen goed gereld is. Zo simpel kan het zijn volgens mij. Maar we hebben ook geleerd dat de concentratie zelf er ook toe doet en dat je daar – altijd met oog voor de context – daarom ook op moet duren sturen.”